zondag 2 augustus 2015

Spiegelneuronen en Imaginatie




De aanwezigheid van spiegelneuronen in de hersenen werd ontdekt door Giacomo Rizzolatti, Leonardo Fogassi en Vittorio Gallese van de universiteit van Parma.

Halverwege de jaren 1990 onderzochten deze neurowetenschappers welke hersencellen precies geactiveerd worden als een aapje zijn handjes gebruikt. Tot hun verbazing bleek dat de handelingsneuronen in de pre-motorische schors van de makaak niet alleen actief werden als het dier een pinda oppakte, ze lichtten ook op als hij een van de onderzoekers datzelfde zag doen! Het onderzoek naar deze resonerende zenuwcellen verplaatste zich al snel naar de menselijke hersenen. MRI-scans en EEG 's toonden aan dat ook ons brein reageert op het zien van andermans handelingen.


Spiegelneuronen zijn neuronen die actief worden wanneer je waarneemt wat iemand anders doet. Dit gebeurt op dezelfde plek in de hersenen als bij degene die de actie uitvoert. Als we zien hoe een ander met een hamer op zijn vinger slaat, reageren we instinctief met onze eigen hand. Het zien van beelden heeft eenzelfde impact als hetzelfde wat jou overkomt.


Door middel van Imaginatie kan je innerlijke beelden bewust te maken. Met geleide fantasie of verbeeldingsoefeningen kan je je brein een stimulans geven om innerlijke beelden op te wekken. Innerlijke beelden geven toegang tot dieper gelegen bronnen in jezelf. Op deze wijze leer je jezelf beter kennen en je ontwikkelt je hersenen waar spiegelneuronen actief zijn.

Spiegelneuronen doen meer dan alleen spiegelen. 
Naast het imiteren van andermans gedrag helpen ze ook dat gedrag aan te vullen. Het is bijvoorbeeld het gebrek aan adequate reacties op andermans gedrag dat het meeste opvalt bij mensen met autisme.

Empathie, het vermogen om zich in de belevingswereld van een ander te verplaatsen heeft met de werking van spiegelneuronen te maken. 
Door contact met andere mensen wordt dat ontwikkeld. 
Autisten echter hebben deze eigenschap ook minder ontwikkeld. Borderline, narcisme en andere persoonlijkheidsstoornissen zijn inmiddels al aan een slecht functionerend spiegelsysteem gelinkt.


Wie een ander aankijkt, ontkomt namelijk zelden aan de neiging die ander ook te imiteren. Als we iemand zien glimlachen, glimlachen we automatisch terug. Door imitatie kan je beter aanvoelen wat de ander voelt. 
Imitatie heeft effect op de eigen emoties. Als je oogcontact houdt, zeggen mensen meer doordat ze je interesse voelen. Je ziet dan ook hoe iemand emotioneel reageert en je kunt je ook beter inleven als je iemand aankijkt.


Visuele ervaringen zijn niet noodzakelijkerwijs nodig voor de ontwikkeling en het functioneren van de spiegelneuronen. 
Bij blinde proefpersonen vonden spiegelactiviteiten in dezelfde gebieden van de hersenen plaats als de proefpersonen die zowel geluid als beeld hadden. Wanneer blinde mensen de activiteiten horen van anderen, gebruiken ze hetzelfde netwerk en hersendelen als die ziende mensen gebruiken. 
Het gebruik van het visuele deel van de hersenen voor non-visuele herkenning voor blinden, laat zien dat er geen visuele ervaring of visuele beelden nodig zijn om een beeld te vormen.